Kerels waren het – maar, aardige kerels.
Al viel dat laatste niet onmiddellijk op. Opviel vooral de hoekigheid in hun bewegingen. Het stevige postuur. Stille blik. Strakke beheerstheid.
Na het kortste voorstelrondje ooit, werd haast zwijgend besloten om gelijk maar te gaan schieten. Want daar waren ze voor gekomen.
Misschien zou het boogschieten wat rust brengen in de PTSS waar sommigen regelmatig mee te maken hadden.
Het was voor iedereen een experiment, ook voor mij. Maar ik had al mooie effecten gezien toen ik met vluchtelingen in de noodopvang in Amsterdam schoot.
De eerste sessie gebeurde er al veel. Maar, pas als er iemand terug zou komen, kon ik vragen of hij zelf vond dat ie er wat aan had.
Er kwam iemand terug, en dit was ons hele gesprek over de tussenliggende maand:
‘En, nog wat gemerkt?’
“Zekers…”
‘Zekers, als in…’
“Minder agressie.”
Stilte…
‘Zullen we gaan schieten?’
“Top.”
Sindsdien schiet ik één keer per maand met wie komt. Een aantal van hen heb ik leren kennen als gewone mensen. Hele gewone mensen die iets heel bijzonders hebben gedaan.
Hun hele hebben en houden hebben ze in de waagschaal gesteld om anderen te beschermen.
Daar betalen ze nu een prijs voor. Elke dag. Maar dat begrijpt niet iedereen.
En daarom zijn ze heel goed geworden in stoer zijn. Uit pure zelfbescherming.
Maar soms, soms zakt het schild.
Bij de boogschietplek heeft een merel besloten om boven op de luiken van het materiaalhok te nestelen. Dat betekent: bij elke sessie 2 keer het nest eraf halen, materiaal eruit of -in, en het nest weer terugzetten. Snel, efficiënt, zachtjes, om de vogels zo min mogelijk te verstoren.
Drie hele nesten zijn zo uitgevlogen. Dat zegt iets over de zorgzaamheid van deze veteranen.
Voor meer informatie over PTSS en hulp: Veteranenloket
Laat me weten wanneer je een nieuw blog schrijft.
to English
delen mag