‘Waar ging die confrontatie nou over?’
Zonder knipperen keek Kees, mijn coach, me priemend aan. Zoals altijd was ik in de loop van het gesprek gaan geloven dat dit m’n eerste bezoek zou worden zonder lastige vragen. Gewoon gezellig. Zonder beschaming van mijn zekerheid.
Alweer ijdele hoop.
Aanleiding was mijn verhaal dat ik in een groep niet kon duiden wat er gebeurde. Nou ja, ik vond dat ik begreep wat er gebeurde. Maar de groep zag dat anders. En had me dat goed ingewreven.
‘Kijk eens, Jac,’ sloeg Kees zijn meestertoon aan, ‘jij hoeft helemáal niks te begrijpen. Als zíj het maar vatten.
Ik wist vroeger ook wel eens even niet meer wat ik met een groep aan moest. Dan liet ik ze een video van Tom en Jerry kijken. Gewoon, willekeurig. En dan vroeg ik na afloop wat dat nou met hen te maken had.
Je snapt het al, mensen hadden de meest geniale duidingen. Hún duidingen. En daar gaat het om.’
Kort geleden was ik weer bij Kees. Deels ziekenbezoek, maar ook om te vertellen over de afronding van mijn SE-opleiding traumatherapie.
Voor het eerst in 20 jaar geen pretoogjes bij de begroeting. Zijn gezondheid…
Toen ik ernaar informeerde, woof hij alle klachten met een licht gebogen hoofd weg. Op één na:
‘Weet je wat ik erg vind? Ik kan niet meer schrijven!’
‘Ben je nieuwsgierig om eens te kijken wat die vingers nog wel kunnen?’ flapte ik uit.
Hij bracht zijn kin omhoog, keek me strak aan, en legde zijn schrijfvingers gedecideerd in mijn uitgestoken hand.
‘Voel maar hoe het zou zijn, als je er de allerkleinste beweging mee zou kunnen maken,’ nodigde ik uit. En ja hoor, er kwamen hele kleine bewegingen, waar ik mijn hand zonder nadenken op liet reageren.
‘Kan je voelen waar de beweging begint, en hoe die loopt?’
Een lichte knik, en een beetje glimlach. Verder stilte en nog meer geconcentreerde beweginkjes.
‘En, vroeg ik, toen zijn hand tot rust kwam.
Hij kwam van ver terug, en keek me haast vrolijk aan: ‘Ik had de grootschoot in handen jongen. En wat liep die oude boot soepeltjes door het water. Het was mooi om weer mee te maken.’
Tijd of energie voor praten over opleiding was er niet meer. Maar hij had er wel wat van ervaren.
En voor de laatste keer had ie nog even de belangrijke les voor me herhaald:
Mensen kunnen prima zelf betekenen.