Als begeleider stel ik me vaak voor door deelnemers uit te nodigen mij een vraag te stellen. Dat heeft als voordeel dat deelnemers een antwoord krijgen op hun eigen vragen; en verder voorkomt het dat ik dingen zit te vertellen waar men niet op zit te wachten. Bovendien geeft het een beeld van de denkkaders.
Recentelijk vroeg een deelnemer hoe het zat met mijn work-life balance. Volkomen eerlijk begon ik te antwoorden dat ik veel werk, en dat ik het erg leuk vind. Haast zonder nadenken liet ik me daarbij ontvallen dat het eigenlijk wel een opvallende vraag was, omdat ze ervan uitgaat dat er een onderscheid zou zijn tussen mijn werk en mijn leven.
Ergens op de derde dag, zo halverwege het programma, keken we terug om te zien waar aanzetten tot nadenken of verandering hadden gezeten. ‘De opmerking over het schijnbare onderscheid tussen leven en werk,’ antwoordde dezelfde deelnemer zonder enige aarzeling. Verrast besefte ik me een paar dingen:
– je kunt wel een goed programma ontwerpen, maar niet bepalen of en waar iemand een ervaring opdoet of een inzicht krijgt;
– als begeleider bied je soms het meest wanneer je er het minst over nadenkt, wanneer zich geen onderscheid toont tussen leven en werk.
Meer lezen: Academisch artikel uit ’97 tegen het gebruik van de term work/life balance.
Reactie: Bring Back the 40 Hour Work Week