Wel eens paaseieren verstopt voor de kinderen? Ik heb het net weer gedaan, en het blijft leuk. Vorig jaar had ik een paasfoto van de jongste genomen. In beeld één knalrood paasei en een kinderkoppie dat daar strak langs kijkt.
‘Dat gebeurt me dit jaar niet weer,’ had ze al verkondigd. En eerste paasdag, precies om 8.00 uur stuiterde ze de trap af, klaar voor de kleurige chocoladeoogst.
Volkomen gefocust haalde ze het ene na het andere ei tevoorschijn. Niets kon deze oogstmachine nog stuiten.
Tot ik haar over een ei heen zag kijken, en besloot dat moment goed op de foto te zetten.
‘Ga nog even voor de kast zitten, als je wil.’
‘Waarom nou pap?’
‘Daar is genoeg licht.’
‘O.K., maar wel snel, want ik moet door.’
Terwijl ik een paar foto’s wegklik, blijft het ei al die tijd blinkend in het zicht verborgen.
Een steeds grotere verbazing bekruipt me. Wat gebeurt daar nou?
De simpele vraag om ‘even’ op de foto te gaan verschuift haar tijdperspectief onmiddellijk. En daarmee kan ze het ei niet langer zien. Ga maar bij jezelf na: als je ergens staat om iets te zoeken, kijk je anders dan wanneer je op dezelfde plek aan het poseren bent.
Zolang ze eieren zoekt, is ze in het hier en nu. Maar onder het poseren zit ze te popelen om door te gaan met zoeken. Haar focus dwaalt naar wat komen gaat. En precies die toekomstgerichte focus verhindert dat ze het paasei ziet dat hier en nu letterlijk voor haar neus ligt te schitteren.
‘Klaar.’
‘Hè hè. Eindelijk.’ En ze springt op om verder te zoeken.
Een lesje in focus. Ik had het bijna over het hoofd gezien.
Een week later
‘Pap, nog een ei.’
‘Gefeliciteerd!’
‘Nee, m’n broer heeft het gevonden.’
Gevolgd door een verontwaardigd ‘En weet je, hij zocht er niet eens naar.’
to English