Vakantie in Turkije: lezen, schrijven, zon, zee, zwemmen, werken aan m’n website.
Hoe bijzonder is dat?
Niet.
Tot de Turken Syrië binnenvliegen.
Ineens krijgt Facebook de hik. Twitter stottert.
Mijn inschatting: de overheid knijpt het internet af. Twee jaar geleden waren de Gezipark rellen aanleiding voor de regering om Facebook en Twitter op zwart te draaien. Maar elke Turk die qwerty achter elkaar kan tikken, heeft daar wel iets op gevonden. Ik ook.
In een handomdraai verander ik mijn DNS instellingen, zodat ik in elk geval online kan blijven.
En ik kijk vaker op mijn Twitter account.
Levent Üzümcü is één van de mensen die ik volg. Hij is een oude vriend die in de loop der jaren als acteur zijn lauweren verzameld heeft. Tegenwoordig maakt hij goed gebruik van zijn roem door op Twitter met gezond verstand over van alles te roeptoeteren. Bijvoorbeeld over Turkse politiek.
Resultaat: meer dan 2 miljoen volgers.
Dat trekt de aandacht. Ook van mensen die het niet met hem eens zijn.
En ja hoor. Vlak na het oplaaien van de gevechten in het oosten verdwijnt hij op miraculeuze wijze van Twitter. Vreemd, want de dag tevoren zaten we samen nog te discussiëren bij een glas thee.
Nou is Levent niet bepaald het type om zich de mond te laten snoeren als hij ergens commentaar kan leveren. En de politieke soap die zich in Turkije afspeelt, schreeuwt om commentaar. Permanent.
Dus, waar bleef ie nou?
‘Hacked account’ is zijn nuchtere mededeling als we elkaar weer ontmoeten. ‘Maar maak je niet druk. Komt goed.’
Ik vraag niet verder. En ja hoor, vandaag zie ik dat hij gelijk had. Als herrezen prijkt hij weer op Twitter. Net als zijn 2.240.000 volgers. (nog steeds groeiend)
End goed, al goed. Tot zover. Maar wat hem overkomt, maakt wel duidelijk dat je aanwezigheid op het web zo breekbaar als een spiegel is.
Daarom ben ik soms ouderwets. Deze zomer schrijf ik 200 vakantiekaarten aan vrienden, familie en bekenden.
Iedereen die dat stukje karton in handen krijgt, met handgeschreven tekst en gelikte postzegel, weet in elk geval dat ik er nog ben.
Echt.