Hink je wel eens op twee gedachten? Blijf je soms in gedachtecirkeltjes rondlopen? Dan maak je met deze oefening ruimte voor een nieuwe richting.
Zoek een plek waar je prettig kunt wandelen.
Stel je de twee opties één voor één heel duidelijk voor. Ga dan na of je er bepaalde sensaties, associaties of emoties aan kan koppelen:
- als het fysieke vorm zou hebben, welke vorm zou dat zijn
- hoe groot zou het zijn
- en heeft het dan gewicht
- een kleur
- welk gevoel roept het op?
Je kan ze ook vergelijken:
- van welke word je het meest gespannen, vrolijk, hoopvol
- smaakt er één beter, als je ze zou proeven
- hoe geuren ze?
En misschien schiet je nog iets heel anders te binnen. Hoe rijker je je waarnemingen maakt, des te makkelijker kun je er mee werken. Welk van de keuzes past nu het meest bij je linkervoet, en welk bij je rechtervoet. Plaats ze dan elk op de juiste voet. Doe dat zo, zoals het ’t best aanvoelt.
Nu kan je gaan wandelen. Loop zo langzaam, dat je je gewicht steeds heen en weer voelt wiegen, van je ene voet naar de andere, en weer terug.
Als je wil, kun je na een tijdje even pauzeren, en kijken of er iets aan je alternatieven aan het veranderen is. Neem dat waar, en wandel dan rustig verder.
Eén tip: ga niet op een oplossing jagen, maar probeer zoveel mogelijk te genieten van het wandelen en het heen en weer bewegen van je evenwicht. Dat levert het meest op.
En je kan natuurlijk altijd nog een keer gaan wandelen.
Ik ben heel benieuwd naar je ervaring: jac@rongen.com